maandag 13 juli 2009

Ding 23: Een samenvatting

Een aardige anekdote:
In een forum van een MMORPG (Guild Wars om precies te zijn) werd het idee geopperd om Twitter te introduceren in de game. Dat lijkt erg handig voor een game waarin het samenstellen van een goed team en het maken van afspraken over een te volgen strategie erg belangrijk is. Maar in de discussie (van toch over het algemeen jonge mensen) werd het idee min of meer belachelijk gemaakt: Je kunt toch gewoon alt/tabben om een berichtje te sturen met Messenger, of gebruik maken van het ingame chat systeem? En: Als je aan het spelen bent heb je helemaal geen tijd om steeds op berichtjes te letten. Opmerkelijk was dat Twitter en weblog’s als ‘internet vervuilend’ werden afgeschilderd.

Wat is hier aan de hand? Jonge mensen die dit allemaal maar niks vinden? Ik denk dat er een tweedeling aan het plaatsvinden is van mensen die het internet willen gebruiken als medium om snel en effectief informatie te verzamelen, en mensen die vooral gezellig samen willen zijn. Eenzijdig de nadruk leggen op het sociale aspect zou derhalve verkeerd zijn. De wrevel van de gamende jongeren wordt breed gedeeld door een grote groep mensen die het bijzonder vervelend vindt om je steeds te moeten aanmelden bij allerlei groepen om aan je informatie te komen. En dan nog gezellig doen ook!

Het uitgangspunt van 23 dingen (zoals verwoord in ding 21): “Het hele 23 Dingen programma staat in het teken van het woord ‘sociaal‘. Foto’s, boeken, favoriete websites, documenten, muziek … het nieuwe web is sociaal en het ‘delen’”… Dat is echter niet wat web 2.0 is. Web 2.0 gaat over de verandering van een verzameling websites naar een volledig platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers op het World Wide Web (Wikipedia). Wat vooral belangrijk is, dat is dat op het web steeds meer zaken gedaan kunnen worden die je voorheen alleen op je eigen pc kon doen: Van het schrijven en bewaren van documenten tot het bewerken van foto’s. Dat dit allerlei mogelijkheden geeft om zaken te delen is een aardige bijkomstigheid, maar niet de hoofdzaak.

Als het gaat om toepassingen voor bedrijven en instellingen (zoals de bibliotheek), dan denk ik dat voorop moet staan wat de winst is. Puur zakelijk dus. Stel doelen vast wat je wilt bereiken. En kijk dan of je Web 2.0 toepassingen als middel kunt gebruiken om zo’n doel te bereiken. Een paar voorbeelden:
-Doel: Mensen moeten altijd hun werk kunnen opslaan, ook als ze geen USB stick bij zich hebben. Middel: Laat mensen hun werk op het internet opslaan, bijvoorbeeld via Google Docs.
-Doel: De mensen bekend maken met de indeling van de bibliotheek en ze laten zien waar de materialen staan. Middel: Een virtuele rondleiding opYouTube.
-Doel: De kennis van bibliothecarissen over nieuwe ontwikkelingen up to date houden. Middel: Wekelijks een discussie op Bibliotheek 2.0 volgen en daar commentaar op leveren.
Hierbij moet er wel steeds sprake zijn van een meerwaarde boven andere toepassingen. De virtuele rondleiding kan immers ook op je eigen bibliotheek website. Maar op YouTube bereik je een breder publiek, dus daar gaat ook een marketing aspect spelen. Of een kostenplaatje (implementatie webbeheer, e.d.).

Ik denk dat 23 Dingen te eenzijdig gericht is op het sociale aspect. Misschien aardig om eens te zien wat voor ontwikkelingen er zijn, maar zeker niet de essentie van Web 2.0. Voor bibliotheken althans. Want dat is natuurlijk steeds cruciaal. Sociale netwerken zijn er al te over en op een sociaal bibliotheeknetwerk zit niemand echt te wachten. Richt je dus meer op het zakelijke aspect. Voor privé gebruik gelden natuurlijk andere normen. Maar daar hebben we 23 Dingen niet voor nodig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten